“Hoe sta jij tegenover spieken?” vraag ik mijn lief.
“Het kan niet, het mag niet en er staan zware straffen op.”
Zijn antwoord verbaast me niet, want mijn lief is een gezagstrouwe man, dus vraag ik door: ”Wat doet het met je gevoelens tegenover je student?”
“Ik vraag me af of hij alles bij elkaar gespiekt heeft en of hij de lesstof wel beheerst.”
“Meer niet? Je vind het geen erekwestie?
“Erekwestie vind ik overdreven, maar ik raak wel teleurgesteld in zo een spieker en ik volg het protocol.”
De collega van mijn lief belemmert het spieken – als hij er getuige van is – maar straft niet perse: “Ach we zijn allemaal jong geweest en we hebben allemaal weleens gespiekt.”
“Ik heb nooit in mijn leven gespiekt, maar”, geeft mijn gezagstrouwe vent toe, “vooral omdat ik niet durfde.”
Ík durfde wel maar schaamde me. Het was mijn eer te na. Als scholier was ik dol op mijn leraren en vond hun oordeel over mij belangrijk. In zekere zin was het alsof ik hen persoonlijk verried. En als student neemt die schaamte, net als je leeftijd, toch alleen maar toe?
Spieken heeft weer een nieuwe dimensie bereikt. Studenten kunnen door de technische mogelijkheden met hun mobiele telefoons steeds ‘makkelijker’ afkijken. Het laatste schandaal betreft het fotograferen van tentamens. Ze wachten op het herexamen en zonder te hoeven te leren maken ze het. Daar is het niet bij gebleven. Zij mailden de vragen met antwoorden door naar andere studenten en zie: grootschalige fraude is geboren. Als ik zou spieken zou ik het angstvallig geheim houden. Mijn docent zou me toch altijd met wantrouwen bejegenen?
Verraad, schaamte en eer? Spelen mijn Turkse wortels mij parten of is het de tijdgeest?
De kwaliteit van het onderwijs is onderhevig aan kritiek en nu doen de studenten er nog een schepje bovenop. Ze beheersen de stof onvoldoende. Het klinkt overdreven maar dat is het echt niet; je zal maar op de behandeltafel van zo een gediplomeerde beroepsbeoefenaar belanden…
(Eerder verschenen in de Telegraaf 8 juli 2011)