In 2007 rijdt een jonge, onervaren chauffeur in Istanbul de taxi aan waarin de Turks-Nederlandse Funda Müjde zit. Ze houdt er een dwarslaesie aan over en wordt levenslang veroordeeld tot een rolstoel. Na enkele weken in het ziekenhuis en meerdere operaties, begint een lange revalidatieperiode, waarin Müjde niet alleen de beperkingen van haar nieuwe lichaam moet leren kennen, maar zichzelf ook geconfronteerd ziet met de gevolgen voor haar carrière. Ze schreef er een openhartig boek over. Niemand vraagt de actrice en cabaretière meer waar zij vandaan komt – sinds zij in een rolstoel zit. Het ongeluk en haar beperking drukken haar Turks-Nederlandse identiteit in de beeldvorming naar de achtergrond, maar zijzelf staat er anders in: “Ik heb er zoveel over te zeggen. Ik merk dat mijn levenservaring en mijn levensvisie er ook steeds meer toe doen.”
Door: Enis Odaci
Funda Müjde neemt de lezer mee op drie reizen. De eerste reis betreft haar komst naar Nederland als dochter van een gastarbeider. We lezen over haar persoonlijke ontwikkeling in een bi-cultureel gezin, de spanning tussen familiebanden en de individuele zoektocht, en over haar carrière stappen in een weinig cultureel divers medialandschap. Het liefst zou ze iets in de medische verpleegzorg doen, maar Müjde blijkt goed verhalen te kunnen vertellen. Ze breekt door met rollen in Medisch Centrum West, Vrouwenvleugel en Goede Tijden, Slechte Tijden. Media en medisch, ach, het scheelt niet zoveel.
De tweede reis betreft de pijnlijke symbolische weg naar medisch herstel na het ongeluk in Istanbul. We zijn getuige van een rauw en hard revalidatieproces. De meest eenvoudige handelingen zijn opeens een probleem en Müjde vertelt soms op een pijnlijk grappige wijze over de praktische problemen van alledag. Plassen vraagt bijvoorbeeld opeens een echte planning. Het blijkt elke keer weer een hele operatie om een geschikt toilet te vinden – gelijktijdig een confrontatie met hoe slecht onze openbare ruimte is ingesteld op mensen met een beperking. Je lacht bij de anekdotes, maar wel met een grimas.
De derde reis betreft een fietstocht van Amsterdam naar Istanbul. Müjde ontdekt tijdens haar revalidatie de handbike, een aangepaste fiets waarin ze in liggende positie kan fietsen. Ze kan eindelijk letterlijk weer over grenzen heen kijken en besluit naar de plek van haar ongeluk te fietsen. Ze wil een persoonlijk statement maken en aandacht vragen voor haar stichting Bewegen is Leven. Ze neemt haar tevergeefs tegenstribbelende echtgenoot Ron mee en samen overwinnen ze talrijke tegenslagen.
De reis naar Istanbul is een reis naar haar culturele en religieuze wortels, een reis door de historie van Europa en een persoonlijk reis naar wie Müjde nu werkelijk is en wil zijn. Overal waar Funda Müjde komt is er gezellige drukte, dus de ambassadeurs, journalisten en cameraploegen vliegen de lezer om de oren.
Niemand vraagt meer waar ik vandaan kom is vlot geschreven. Ik zoek naar een bijzondere insteek voor mijn boekbespreking, maar op pagina 139 schrijft Müjde: “Praten over het ongeluk, weer alles oprakelen, ik heb er eigenlijk geen zin in. Het is elke keer weer pijnlijk. De eerste paar keren dat ik mijn verhaal vertelde, had het nog iets helends. Nu ken ik het wel. Vrouw, midden in het leven, op het toppunt van haar kunnen, uitkijkend over een prachtig landschap, de hemel op aarde. Tot een lul de behanger me aanrijdt en ik mijn benen verlies. Maar ik moet ook in beeld blijven. Vaak als ik weer een keer in de krant sta of op televisie verschijn, levert dat werk op. Dat heeft niks met ijdelheid te maken, maar alles met overleven (…)”
Klare taal. Ik berg mijn standaard vragen op en denk na over de levensreis van Funda Müjde. Ik besluit haar te interviewen over de liefde, God, Turkije en over eventuele nieuwe reizen.
Dit boek gaat over de pijnlijke ellende van dwarslaesie, maar ik lees ook een liefdesverhaal, een migratiegeschiedenis, een religieuze zoektocht, een emancipatiestrijd, een pedagogische analyse én uiteraard een kleurrijke medische encyclopedie. Wat is het boek vooral voor jou?
“Het boek is voor mij vooral een schets van mijn levensverhaal. Een autobiografische schets. Het leven is lang en gecompliceerd en niet te vatten in 256 pagina’s. Maar het boek is ook een soort van ‘afrekening’ van een verleden en een nieuw begin. Afrekening in dit geval is niet negatief, maar meer een afsluiting. Een nieuw begin voor andere, diepere verhalen, die misschien al zijn aangestipt in dit boek.”
Jouw echtgenoot Ron figureert prominent in het boek. Ik krijg soms medelijden met hem, maar heb ook ontzag, omdat hij letterlijk en figuurlijk een vaste rots in de branding is. Ik hoorde mijzelf regelmatig denken: deze man kan geen mens zijn! Wat heeft Ron dat God niet heeft en wat heeft God dat Ron niet heeft?
“Ha, ha! Ron leeft in het hier en nu. Ron is een geboren boeddhist, zeggen mijn dochter en ik vaak. Ron kent bijna geen toorn, woede of boosheid, geen gevoel van wraak. Hij is echt een door en door goed mens. God is volgens de heilige boeken onvoorwaardelijke liefde. Maar misschien is wat Ron voor mij voelt ook onvoorwaardelijke liefde. Ron schaamt zich er niet voor om heel rationeel dingen tegen elkaar af te wegen, maar hij zei na mijn ongeluk dat hij voor het eerst in zijn leven uit liefde en gevoel voor mij handelt en niet vanuit zijn ratio. God is voor mij wat ik mijn oer-liefdesgevoel noem, mijn immens grote liefdesgevoel voor mijn medemens en alles wat leeft. God is in ons.”
De behoefte aan radicale onafhankelijkheid, qua geest, botst nu met je fysieke afhankelijkheid. Ik denk dan aan de humoristische voorbeelden waarin je allerlei ongemakkelijke situaties meemaakt. Het is echter veel ingrijpender. Hoe heb je deze complexe spanning opgelost?
“Dit is nog steeds een ongoing proces. Met mijn man, met mezelf. Mijn vriendinnen, mijn lezers, mijn publiek. Het is met geen pen te beschrijven. Misschien dat jij het wel weet als lotgenoot. Je zegt het zo mooi; die botsing. Ik ga binnenkort naar Thailand en ben dan voor het eerst echt op vakantie met mijn lief. Even geen combi-reis, die iets te maken heeft met bijvoorbeeld de rechtszaak die in Turkije nog steeds loopt tegen de chauffeur. Ik ben iemand die het nuttige met het aangename verenigt. Weet je dat ik dit typisch Calvinistische gedrag niet aan onze Nederlandse opvoeding, maar juist aan mijn Turkse vader te danken heb? Hij zei: ‘alles moet nut hebben!’ Hoewel, deze reis heeft ook weer zijn nut, namelijk vakantie vieren met mijn man, nu het fysiek nog kan.”
Je stipt in je boek regelmatig het 50-jarige gastarbeidersverdrag tussen Turkije en Nederland aan. Hoe denk jij inmiddels over het leven in twee culturen en het leven met twee religies, seculier en moslim, gezien de discussie over integratie van migranten?
“Ik ben er dagelijks mee bezig. Turkije, de huidige situatie, Nederland, de huidige polarisatie, naar beide kanten. Ik heb er zoveel over te zeggen. Ik merk dat mijn levenservaring en mijn levensvisie er ook steeds meer toe doen. En ik kijk ook hoe ik daarmee mijn bijdrage kan leveren zonder betuttelend over te komen. Ik besef steeds meer dat ik met mijn visie en ervaring mensen echt richting kan geven. Op een vreemde manier biedt mij dat troost voor mijn eigen tragedie en verlies en rouw om mijn fysieke mobiliteit.”
Wat zou je willen dat de samenleving leert over mensen met een beperking?
“Dat ontoegankelijkheid en non-inclusiviteit voor ons allen geldt of kan gelden. Ziekte, tragedie en ongelukken discrimineren niet. Wat we hebben kan zo ongedaan zijn.”
Amsterdam-Istanbul was een levensreis, in meerdere opzichten. Welke reizen kunnen we nog meer verwachten?
“Mijn boek en mijn voorstelling Funda Draait Door! zijn na mijn fietsreis gerealiseerd. Ik wil meer voorstellingen maken, meer reizen en meer boeken schrijven. Ik wil alle andere levensverhalen ten gehore brengen. Van alle burgers. Met naam en toenaam heb ik ze in mijn bestanden. Vroeger zeiden we dat ‘papier geduldig is’ en nu is het zo dat de computer geduldig is. Een TV show zou ook mooi zijn: Funda op Reis! Misschien komt er, hopelijk in 2017, een dag dat men op de Nederlandse televisie hetzelfde denkt als wat ik in het land hoor. Dat dit boek, deze voorstelling, door iedereen moet worden gezien. Maar weet je, als ik het echt voor het kiezen had en niet afhankelijk was van anderen, zou ik in maart of april 2017 alweer beginnen aan een lange fietsreis. Bewegen is Leven, het is zo.”
Müjde betekent in het Turks ‘de overtreffende trap van goed nieuws’. De anti-Müjde, de jobstijding, is er ook. Misschien is dat wel de belangrijkste les na het lezen van dit boek. Er is wel en geen controle over het leven en in elk geluk zit het ongeluk. Funda Müjde is het gelukt om van een donkere periode in haar leven een nieuwe hoopgevende en reeds succesvolle start te maken. Het boek is een aanrader voor jong en oud, voor beperkt en niet-beperkt, voor Jaap, Truus, Ahmet en Ayse. Niemand vraagt waar ik vandaan kom is, kortom, het beste feministische boek van dit jaar.
—
Funda Müjde (Adana, Turkije, 1961) is een Turks-Nederlandse actrice en groeide op in Zaandam. Ze heeft een eigen website en leidt nu de Stichting Bewegen is Leven. Deze richt zich op de belangen van mensen met een dwarslaesie. Haar voorstelling Funda Draait Door! is in 2017 op de volgende plaatsen te zien.
Funda Müjde, Niemand vraagt meer waar ik vandaan kom (sinds ik in een rolstoel zit), Uitgeverij Jurgen Maas, Amsterdam, 2016, ISBN 978 94 91921 27 8, 256 pagina’s.