Zonen

“Je moet consequent zijn, anders loopt hij over je heen.” Mijn lief en ik adviseren een familievriendin over haar puberende zoon. Ze is weduwe met twee kinderen. Net als wij is zij ook overtuigd van onze deskundigheid. Mijn lief is afgestudeerd pedagoog en staat voor de klas. Een betere deskundige kun je niet krijgen, toch? Bovendien zijn wij met vier kinderen ook nog eens ervaringsdeskundigen; dat ze allen jonger zijn dan tien deert niet. Het gaat om het principe van ouderschap. Zij treedt op uit schuldgevoel en plaatsvervangend verdriet omdat haar kinderen half wees zijn. Dat begrijpen wij heus wel. Maar ze moest sterk en consequent zijn. Helaas, haar zoon, noch zij, houden zich aan onze afspraken. Hij krijgt verkeerde vrienden, belandt op het slechte pad en zit vier maanden in een jeugdgevangenis. De schrik over zijn vrijheidsberoving zit er goed in. Criminaliteit zal hij verre van blijven. Dat blijkt de enige winst. Hij sport, slaapt, gamed, gaat af en toe naar school en experimenteert met soft- en harddrugs. Zijn meisje trekt bij hem in en mama blijft zorgen. Ik kan het niet begrijpen: “Waarom doe je dit? Ik had hem allang het huis uitgezet! Hij gebruikt je!”

“Nu is hij in ieder geval van het slechte pad en omdat hij het voor mij verborgen houdt, gebruikt hij minder. En thuis krijgt hij vitaminen binnen.” Een Turkse moeder die haar zoon loslaat moet ik nog tegenkomen. Doch, rond zijn 22ste  wordt zij beloond voor haar geduld. Hij vind werk en inmiddels heeft hij een eigen zaak.

Stelselmatig wijzen studies uit dat jongens en jonge mannelijke adolescenten het moeilijker hebben in onze samenleving. Ze presteren op alle fronten minder en slechter. Volgens deskundigen ligt een deel van het probleem in het onderwijs en een ander deel in de opvoeding. De ontbrekende carrièrevader, het eenoudergezin waar de moeder ook vaak de opvoeder is,  de ‘verjuffing’ van het basisonderwijs; dat is niet alleen het ontbreken van meesters als rolmodel maar ook het ontbreken van goede gymlessen en beweging. Jongens krijgen minder ruimte om te stoeien. In het voortgezet zet die door. Ze moeten deelnemen aan kringgesprekken en opdrachten uitvoeren in teams; met merendeel meisjes. Net zoals ik met iedereen zoek naar een verklaring over de afschuwelijke daad van Tristan van der Vlis, zoek ik vertwijfeld naar een verklaring waarom mijn zoon van 19, intelligent, van het gymnasium afzakt naar bijna-schoolverlater-zonder-diploma. De maatschappij, de ouders of hij afzonderlijk kunnen nooit alleen de oorzaak zijn. Maar waarom redt de ene zoon het onder dezelfde omstandigheden wel en de andere niet? Waarom hoort mijn zoon bij die groep? We praten. Hij vraagt om geduld. Ik geef hem zelfs meer dan hij vraagt. Niets van mijn adviezen aan andere moeders volg ik zelf op. Ik tel en wacht. Nog drie jaar?

 Eerder gepubliceerd in de Telegraaf d.d. 15 april 2011

Deel Dit