Toonhoogteaanpassing

Gek word ik van die ‘discoboetiekjes’. Als ik wil dansen ga ik naar een discotheek en niet naar een kledingwinkel. Überhaupt luide muziek in winkels; die hebben geen klant aan mij. Marketingtechnisch zal het vast uitgezocht zijn; klanten beslissen, kopen en rekenen sneller af om die herrie te ontlopen. Ik kan mijzelf niet horen denken. Maar misschien is dat nu juist wat de mensen, die zeggen niet tegen stilte te kunnen, willen: zichzelf niet horen denken.

Of we willen of niet, we voeren de hele dag gesprekken met onszelf. We hebben gewenste en ongewenste gedachten. Het is aanlokkelijk die met ‘ander geluid’ te verdrijven. We kunnen zelfs gehoor geven aan onze gevoelens. Maar dat kan niet zonder concentratie en stilte. En het is eng.

De natuur, die nooit stil is, heeft een helende werking op ons. Maar wat is het effect van het door ons geproduceerde lawaai op de natuur? 

We nemen aan dat dieren niet kunnen denken, maar dat ze communiceren staat vast. Koolmezen en vele andere vogels in ons land leven in de buurt van snelwegen of andere menselijke infrastructuur, en het lawaai dat ze produceren. We weten inmiddels dat merels in de steden gemiddeld hoger zingen dan hun soortgenoten in stillere gebieden.

Maar heeft het door ons geproduceerde lawaai effect op het liefdesleven van de koolmees? Dit wilde de Leidse gedragsecoloog, Wouter Halfwerk, graag onderzoeken door grote luidsprekers met verkeersgeluid neer te zetten in het bos. Omdat dat niet mocht plaatste hij kleine luidsprekers met snelweggeluid in de nestkasten van de koolmeespaartjes in een stil bos in Drenthe. Het vrouwtje kreeg de geluidservaring van een snelweg op 50 meter afstand. Buiten de nestkasten plaatste hij de vooraf opgenomen zang van koolmeesmannetjes of verkeerslawaai. Deze noodoplossing bracht een onverwachte uitkomst voor de gedragsecoloog. Het vrouwtje in het nest hoorde iets anders dan het mannetje buiten, waardoor de geluidscommunicatie van mannetjes en vrouwtjes apart konden worden onderzocht. De onderzoeker heeft duidelijk negatieve effecten gemeten. De mannetjeskoolmezen zingen bij het ochtendgloren een lied voor de vrouwtjes. In broedtijd leidt dit meteen tot copulatie met het vrouwtje. Maar blootgesteld aan verkeersgeluid zongen de mannetjes hoger om erover heen te komen. Wouter Halfwerk ontdekte ook dat vrouwtjes die de hogere liedjes aanhoorden vaker vreemdgingen. Vrouwtjes lijken de kwaliteit van mannen aan te meten aan lage liedjes. “Maar in verkeerslawaai ontlokken die lage geluiden nauwelijks meer reacties van de vrouwtjes. Ze lijken alleen te horen wat er wordt overstemd, en proberen dat te ontlopen.”

Wij mensen hebben de eigenschap dat we onze woorden kunnen wikken en wegen en het geluid dat we produceren kunnen aanpassen. En iedereen wil gehoord worden. Wij hebben de luxe van toonhoogteaanpassing. Probeer het een keer en bedenk het effect dat het heeft op je liefde.

(Eerder verschenen in de Telegraaf vrijdag 2 maart 2012)

Deel Dit