Dubbelleven

Oud of ziek zijn is niet sexy. Oud zijn kun je niet verbergen, een zichtbare handicap ook niet. Met de economische crisis en de aangekondigde bezuinigingen dreigen mindervaliden en ouderen de eerste slachtoffers van werkloosheid te worden en te blijven. Voor hen is werken topsport net als de Paralympics. Mensen met een handicap zijn gemotiveerde en daarom goede werknemers.  De bekende sportcommentator  Mart Smeets is heel duidelijk over mindervaliden. Toen zijn mening werd gevraagd over de Paralympics, antwoordde hij met de wedervraag; “Wie wil dat nou zien? Wie wil er kijken naar sporters zonder arm of been?”  Smeets moest er niets van hebben, zijn gezicht sprak boekdelen.

Volgens zijn overtuiging, kijken mensen liever naar mooie, gezonde mensen. Misschien verwoord hij wat veel mensen denken.

Ik kan niet ontkennen dat ik sinds mijn ongeluk bang ben dat mensen mij in een rolstoel niet aantrekkelijk vinden. Toch wil ik graag aantrekkelijk gevonden worden en vind ik het fijn als vrienden zeggen dat ik er goed uit zie.

Ik ben het niet eens met Mart Smeets omdat hij refereerde aan wel een heel bijzondere groep mindervaliden.  Zo sprak hij over topsporters. In mijn ogen topper dan top omdat zij nog veel meer barrières en pijn moeten overbruggen. Olympische topsporters moeten al hard bikkelen en een buitengewoon groot doorzettingsvermogen hebben, wat dacht je van deze groep sporters die altijd wel een vorm van afhankelijkheid hebben en nog vele andere zaken moeten trotseren om hun doel te bereiken? Als je basketballt of tennist uit een rolstoel of zwemt met één been of één arm, dwingt dat bij menigeen juist respect af. Validen kunnen vaak niet eens wat zij kunnen.

 Sinds mijn ongeluk delen mensen sneller hun ‘verborgen gebreken’ met mij. Mijn rolstoel nodigt ze uit om hun leed op te biechten. Weggesneden darmen, opgehangen darmen (dat bestaat echt), borstamputaties, kanker in diverse stadia, plas niet op kunnen houden, ernstige vormen van allergieën die levensbelemmerend zijn. Steevast voegen ze toe: “Sorry dat ik klaag, want dat is niets vergeleken bij jou”. Ik durf dan niet te zeggen dat ik voor geen goud met hen zou willen ruilen. In het begin dacht ik dat ik er alles, maar dan ook alles,  voor  over zou hebben om te kunnen lopen. Maar er zijn blijkbaar grenzen. Niet kunnen lopen wordt ineens relatief als ik kan blijven werken; schrijven maar ook optreden. Eigenlijk is de afwezigheid van pijn het grootste geluk. Ook zo een punt dat je niet altijd deelt. Pijn. Hoewel pijn went, is het energievretend. Zenuwpijn, spierpijn, enikweetnietwatpijn. Mensen die willen werken en een vlekje of een krasje hebben, weten dat maar al te goed. Ze zetten door, houden zich groot, verbijten hun pijn. Kortom zij leiden een dubbelleven.

Deel Dit

1 comment

Comments are closed.