Bloedverwantschap

Mijn hele jeugd ben ik nieuwsgierig geweest naar de geschiedenis van mijn opa. Als ik ooit tijd en geld zou hebben, zou ik op zoek gaan naar de roots van mijn vaders vader. Een cursus Arabisch zou geen overbodige luxe zijn. Maar kan ik wel zo lang wachten? Mijn vader en zijn broer zijn al in de zeventig. Ik kan het risico niet lopen dat ik te laat ben. Ik wil mijn vader meenemen op deze reis en mijn oom heb ik nodig voor alles wat hij zich nog herinnert over zijn familiegeschiedenis. Hij is als kind één keer mee geweest met opa en oma op familiebezoek.

In 2004 ben ik eindelijk zover. Maar mijn vader gaat niet mee. Hij is in een gat in de weg gevallen, gewond geraakt en ziet op tegen de reis. Wat moet ik doen? Ik heb alles al in gereedheid. Ik bel mijn neef op en vraag hem of hij wil gaan. Drie vliegen in één klap: hij is man, chauffeur en tolk. Zijn Arabisch is goed, omdat hij in zijn jonge jaren voor de Amerikanen heeft gewerkt in Saoedi-Arabië. En zo vertrekken wij vanuit onze geboorteplaats Adana, via Antiochië (Antakya) richting de Syrische grens. Nog geen drie uur rijden naar Latakia. De befaamde kustplaats vlak over de grens. Met een professionele televisiecamera uit Nederland en mijn notitieboekjes in de hand met namen in het Arabisch van stamleden van de familie, vertrekken we. Het voelt alsof ik op pad ben voor het tv-programma Spoorloos.

Om een lang verhaal kort te houden: ik vind mijn familie. Een hoogbejaarde halfzus en een halfbroer van mijn opa leven nog! Iedereen huilt van ontroering. Ik word onthaald als een verloren en kwijt gewaand familielid. Voor het eerst in mijn leven ervaar ik wat bloedverwantschap werkelijk betekent. Ik slaap bij voor mij wildvreemde mensen, maar zij voelen echt als familie.

Terug in Adana laat ik mijn vader en mijn oom alle beelden zien. Het jaar daarop neem ik mijn oom en mijn vader mee om hun familie op te zoeken. Het wordt een prachtige en onvergetelijke reis. Ik spreek nog steeds geen Arabisch en ben benieuwd naar hoe het nu met hen gaat. Ik probeer steeds via via informatie te krijgen. Ik zoek op Wikipedia Latakia op en zie de prachtige beelden van het gebied. Maar ook beelden van bombardementen en gevechten.

In Latakia zegt men op fluistertoon ”hij is één van ons”. Daarmee bedoelen ze president Assad. Latakia staat bekend als een bolwerk van Assad omdat – net als hijzelf – daar de grootste minderheid wonen, de alawieten. Als minderheid voelen de alawieten, maar ook de christenen zich heel kwetsbaar in een land vol soennieten. En juist een president van een minderheidsgroepering geeft hen zekerheid dat hij ze zal beschermen. Ook christenen die ik in Damascus spreek zeggen dat zij – zolang er geen echte democratie is in Syrië – Assad prefereren boven anderen; zij kiezen van twee kwaden het minste. Verder zijn de meesten niet geïnteresseerd in politiek, maar zij zijn er wel het slachtoffer van. Een betrekkelijk rustig en zeer modern en populair vakantieoord, is in een mum van tijd veranderd in een oorlogsgebied tussen alle betrokkenen en belanghebbenden.

Ik vraag aan mijn oom of hij iets heeft gehoord van onze familie. Vorig jaar heeft hij voor het laatst telefonisch een achterneef gesproken en in het dorp was het nog betrekkelijk veilig maar voor hoe lang nog? Sindsdien heerst er radiostilte. Mijn zoektocht op internet levert vele oorlogsbeelden en puin op. Ik kan niet meer ontwarren wat waar is. Ik zou al mijn filmpjes moeten afspelen. Ik durf niet. Met de smoes dat ik geen Arabisch spreek en zonder tolk vanuit Nederland niet kan bellen, hou ik het bij zorgen maken zonder actie te ondernemen.

Ik stel mij voor dat zij aan mij in Nederland denken en aan hun familie in Turkije. Stel dat ik daar zat en mijn kinderen lopen gevaar of hebben geen enkel toekomstperspectief. Ik weet zeker dat ik mijn familie in Turkije en in Nederland om hulp zou vragen. Is het omdat ik een bloedband met hen heb? Maar hoe? Zijn er familieleden gevlucht? Onder welke omstandigheden? Hebben zij het überhaupt overleefd? Zijn zij gevlucht of gebleven? Ik weet zeker dat ik wat kan doen. Ik weet zeker dat ik wat moet doen. Zijn niet alle vluchtelingen aan ons verwant? Gewoon, omdat we mens zijn.

Deel Dit